Stel je voor: je bent geen eilandje, maar een levend web van verbindingen. Van de cellen in je lichaam tot de mensen om je heen, van de planten in je tuin tot de technologie in je hand – alles is verweven. Toekomstecoloog Marjolein Pijnappels laat zien hoe onze verwevenheid met mensen, natuur en technologie de sleutel is tot een duurzame toekomst.
Op het eerste gezicht lijken natuur, mens en technologie drie gescheiden werelden, maar in werkelijkheid zijn ze diep verweven. Mensen zijn onderdeel van de natuur, ons lichaam een ecosysteem op zich. Onze technologie is geïnspireerd door en afhankelijk van natuurlijke processen. Deze verwevenheid biedt een nieuwe kijk op duurzaamheid, waarbij we de grenzen tussen deze domeinen vervagen en streven naar harmonieuze samenwerking.
Biologisch en sociaal verbonden
Onze verbinding met andere mensen zit dieper dan we denken. We zijn eigenlijk helemaal geen “losse” personen, maar delen letterlijk stukjes van onszelf met anderen door een proces dat microchimerisme heet. Vanaf de bevruchting wisselen we cellen uit met anderen. Bij zwangere vrouwen blijven cellen van de baby achter in het lichaam van de moeder, lang nadat de zwangerschap voorbij is en andersom. Zo kan een oudere broer of zus in jouw voortleven. Dit betekent dat we allemaal een beetje van elkaar in ons meedragen, als een levend mozaïek.
Deze verbondenheid is niet alleen biologisch, maar ook sociaal. Toen ik moeder werd, besefte ik hoe erg we elkaar nodig hebben. Ouderschap in isolatie is een worsteling. Het was deze ervaring die me mijn ‘stam’ deed vinden op een (voor mij als fervent stadsbewoner) onverwachte plek: een dorp in Limburg. Hier vond ik een gemeenschap die me opnam en samenwerkt aan positieve verandering. Door deel uit te maken van een collectief, verliezen we een deel van ons individualisme, maar we winnen een wederzijdse steun terug. Zoals ik graag zeg: “Ik ben liever een wilde, verweven plant dan een individuele peterselie in een potje. Het maakt het moeilijker om me om te hakken.”
Natuur als bondgenoot
Onze verbondenheid reikt ook tot de natuurlijke wereld om ons heen. We bestaan uit dezelfde moleculen en organische verbindingen die aanwezig zijn in bomen, rotsen en wormen. Dit idee wordt prachtig geïllustreerd door de Tlingit, een inheems volk in Alaska. Zij zien zichzelf als letterlijk onderdeel van hun landschap. Voor de Tlingit is hun identiteit zo verweven met hun omgeving, dat ze geloven dat ze niet dezelfde persoon zouden zijn als ze ergens anders zouden leven. Hun bergen, rivieren en bossen zijn niet zomaar een achtergrond voor hun leven, maar een wezenlijk deel van wie ze zijn.
Deze verbondenheid met de niet-levende natuur zien we ook terug in moderne initiatieven. In Nieuw-Zeeland heeft de berg Taranaki bijvoorbeeld persoonlijke rechten gekregen, na jarenlange inspanningen van de lokale bevolking die de berg als hun voorouder beschouwt. Dichter bij huis heeft het waterschap De Dommel geëxperimenteerd met het uitnodigen van de rivier als actieve deelnemer aan hun vergaderingen. Deze voorbeelden laten zien hoe we onze kring van verwantschap en verwevenheid kunnen uitbreiden naar niet-menselijke entiteiten, zoals bergen en rivieren.
In de natuur zijn er talloze voorbeelden van verweven wezens die elkaar nodig hebben om te overleven. Denk aan de mycorrhizale netwerken tussen planten en schimmels, waar het moeilijk is om te zeggen waar de ene plant eindigt en de andere begint. Door te leren van deze natuurlijke systemen, kunnen we innovatieve en duurzame oplossingen vinden voor menselijke problemen, een concept dat bekend staat als biomimicry.
Teamwork met technologie
Onze relatie met technologie wordt steeds inniger en complexer. In zekere zin zijn we al cyborgs geworden – wezens die een mengeling zijn van biologisch en technologisch. Denk aan medische implantaten die hartritmes reguleren of gehoor verbeteren. Of aan onze smartphones, die als een verlengstuk van ons brein fungeren, waarin we een groot deel van onze kennis en herinneringen opslaan. AI-systemen helpen ons dagelijks bij het nemen van beslissingen, van het kiezen van een route naar ons werk tot het aanbevelen van films die we misschien leuk vinden.
Om een gezonde relatie met technologie op te bouwen, kunnen we leren van inheemse perspectieven. Veel inheemse culturen, zoals die van de Plains Cree en de Lakota, zien de wereld als bezield. Voor hen hebben niet alleen planten en dieren, maar ook stenen, bergen en rivieren een eigen ‘innerlijk leven’ met intenties, gevoelens en dromen. Deze manier van denken maakt het makkelijker om ook technologie als een entiteit te zien die respect verdient en waarmee we zelfs een relatie kunnen opbouwen.
Jason Edward Lewis en zijn collega’s stellen in hun artikel “Making Kin with the Machines” voor om kunstmatige intelligentie (AI) te ontwikkelen vanuit een inheems perspectief. Dit betekent dat we AI niet zien als een slaaf of gereedschap, maar als een entiteit waarmee we een respectvolle, wederkerige relatie kunnen opbouwen.
Deze benadering vraagt om een andere manier van denken over technologie. In plaats van machines te maken die alleen maar bevelen uitvoeren, bouwen we systemen die meer als partners functioneren. Kan dit leiden tot AI-systemen die niet alleen efficiënt zijn, maar ook ethisch, empathisch en in staat om de complexiteit van onze wereld te begrijpen en er respectvol mee om te gaan?
De kracht van verwevenheid
Door onze verbindingen met mensen, natuur en technologie te erkennen, bouwen we aan een toekomst waarin alle soorten kunnen bloeien. Het uitbreiden van onze ‘kring van verwantschap’ is een uitdaging, maar essentieel. Deze relaties vragen energie (net zoals álle familierelaties energie kosten), maar geven ook wat terug. Door onze relaties met elkaar, natuur én technologie te omarmen, creëren we een wereld die niet alleen duurzamer is, maar ook rijker aan mogelijkheden en veerkrachtiger in tijden van verandering.
—
Hoe zou het zijn om een product te ontwikkelen of je organisatie anders in te richten met lessen uit de natuur? De toekomstecoloog inspireert en begeleidt organisaties met 3,8 miljard jaar innovatie. Meer weten? Neem contact op met Marjolein Pijnappels